Huub Rijnaarts, Wageningen University and Research (NL)
Huub Rijnaarts van Wageningen Universiteit had het in zijn presentatie over klimaatverandering en de impact op onze kusten en de lokale zoetwatervoorziening. Zo presenteerde hij het uitgangspunt ‘zout water wanneer mogelijk, zoet water wanneer noodzakelijk’. Daarbij zou in de toekomst zout (of brak) water actief kunnen ingezet worden voor alle toepassingen die geen zoet water vergen, bijvoorbeeld toiletspoeling. Vanzelfsprekend dient er ook gewerkt te worden aan het vergroten van de zoetwaterreserves (bijvoorbeeld door grondwateraanvulling). Een betere organisatie van de infrastructuur in de kustregio’s en de strategie om de watervragers dichter bij het beschikbare wateraanbod te brengen in combinatie met lokale, decentrale waterzuivering is daarbij noodzakelijk. Op locaties waar veel koelwater gebruikt wordt zijn er mogelijkheden om een deel van het koelwater (blowdown water) te hergebruiken.
Jan Verheeke, Minaraad Vlaanderen
Jan Verheeke van de Milieu- en Natuurraad Vlaanderen bracht een internationaal beleidsperspectief voor de zoetwatervoorziening in kustregio’s. Er werd dieper ingegaan op de Europese uitdagingen rondom de kaderrichtlijn water (WFD). Hij stelde dat water meer dan ooit op de internationale agenda staat maar dat concrete acties om tot oplossingen te komen toch hoofdzakelijk op regionaal, lokaal niveau of op het niveau van de waterlichamen tot stand zal komen
De uitdaging daarbij is om systemen op te zetten die de bereidwilligheid creëren om voor oplossingen of nieuwe investeringen te betalen. Hij benadrukte ook het belang van projecten zoals FRESH4Cs en de noodzaak voor participatie van de lokale actoren en het opzetten van een permanente dialoog bij het opzetten van een betere zoetwatervoorziening. Enkel door een participatorische aanpak kunnen de belangrijkste uitdagingen in de toekomst aangepakt worden.
Alexander Vandenbohede, De Watergroep
Alexander Vandenbohede is hydrogeoloog bij drinkwaterproducent De Watergroep en gaf de aanwezigen een presentatie over de verziltingsproblematiek in Vlaanderen en enkele historische inzichten over bodemverzilting, inpoldering en ontpoldering. Er werd dieper ingegaan op de geologische oorsprong van het (zout) water in de polders, waarbij werd aangetoond dat het (meeste) zout water historisch aanwezig is en door barrières niet makkelijk terug naar zee kan vloeien. Bovenop deze historische zoutwaterlaag is een zoetwaterlaag aanwezig, die lokaal sterk varieert in dikte. De dikte van die zoetwaterlaag is sterk afhankelijk van de lokale (oppervlakkige) geologie, waar we zien dat de dikste zoetwaterlagen voorkomen in de duinen en de zogenaamde kreekruggen (zandlichamen in de polders).
Marjolein Vanoppen, Universiteit Gent
Marjolein Vanoppen van de Universiteit Gent presenteerde de mogelijkheden van zeewaterontzilting als onderdeel van toekomstige zoetwatervoorziening in kustregio’s. Ze bracht het zoetwatergebruik en de zoet- en zeewatervoorraden in de wereld in kaart. Daarna ging ze dieper in op ontzilting van zeewater. Traditioneel wordt dit enkel toegepast in regio’s waar zeewater de enige mogelijke bron is voor drinkwaterproductie omwille van de hoge energiekost. De voorbije decennia werd ontzilting al aanzienlijk efficiënter, maar nieuwe technologie die momenteel in ontwikkeling is op basis van electrodialyse met membraanfiltratie biedt mooie toekomstperspectieven. Het concept is namelijk goed te combineren met het flexibel gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. Oplossingen die werken met piekstroomoverschotten van offshore windmolenparken en integratie met multifunctionele platformen op zee worden in demonstratieprojecten getest met hoopvolle resultaten.
Steve Moncaster, Water Resources East
Steve Moncaster van Water Resources East uit het Verenigd Koninkrijk presenteerde de lokale aanpak voor een toekomstgerichte, duurzame watervoorziening in Oost-Engeland. Zonder een hele reeks ingrepen zal de watervoorziening er op termijn ernstige problemen ondervinden. De aanpak die Moncaster presenteerde is holistisch en veelzijdig en tracht op alle behoeften en opportuniteiten in te spelen door een breed overlegde en goed geplande lange termijnaanpak in combinatie met geïntegreerd land- en water management. Tevens wordt geïnvesteerd in nieuwe waterbufferingcapaciteit en ingezet op het strategisch delen en uitwisselen van watervoorraden tussen bedrijven en sectoren. Ook plant men specifieke waterhergebruikprojecten in het kustgebied rond Felixstowe (als onderdeel van het FRESH4Cs project).
Tom Ormesher, National Farmers Union
Tom Ormesher van de National Farmers Union uit het Verenigd Koninkrijk startte zijn presentatie met het grote belang van duurzame watervoorziening voor de landbouw, mede door de groeiende wereldbevolking. Hij bezocht de voorbije jaren wereldwijd diverse duurzame waterprojecten die ook in West-Europa mogelijkheden bieden om het watersysteem te verduurzamen. Vaak gaan dergelijke initiatieven samen met projecten rond brede rurale ontwikkeling en inspanningen om de lokale landbouw veerkrachiger te maken. Hoopgevend is, aldus Tom Ormesher, dat ook oplossingen die marktgebaseerd zijn vaak milieugerelateerde en maatschappelijke voordelen bieden. Projecten waarbij coördinatie en overleg tussen landbouwbedrijven, waterbeheerders en drinkwaterproductiebedrijven centraal staat brachten op meerdere plaatsen in de wereld het nodige succes. Lokaal leiderschap was van een bepaalde actor was daarbij eveneens van essentieel belang.
FRESH4Cs project
In het FRESH4Cs project demonstreren 9 partners uit Vlaanderen, Zeeland en Engeland alternatieve waterbronnen voor hun kustgebieden. Zo wil het project bijdragen aan het robuust maken van het watersysteem en zorgt het voor een grotere zekerheid in waterbeschikbaarheid voor alle gebruikers, ook tijdens droge zomers. Ook aan onze kust worden een aantal innovatieve technologieën gedemonstreerd door VLM en IWVA.
Meer informatie: contacteer Bastiaan Notebaert.
Schrijf in op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen!