Hoog op de EU prioriteitenlijnst
Organische micropolluenten (OMP) zijn organische chemicaliën met complexe en zeer variabele structuren die voorkomen bij sporenconcentraties (μg – ng / L) en vaak onbekende ecotoxicologische en of gezondheidseffecten hebben. De problematiek van OMP’s komt de jongste tijd alsmaar hoger op de Europese agenda en deze polluenten staan sinds kort ook op de EU prioriteitenlijst voor vervuiling van oppervlaktewater.
Oppervlakte- en grondwater
OMP’s omvatten onder andere residu’s van bestrijdingsmiddelen, geneesmiddelen, persoonlijke verzorgingsproducten, (synthetische) hormonen en andere. Ze komen in het oppervlakte- en grondwater terecht door het gebruik van pesticiden en mest, maar ook via gemeentelijke en industriële afvalwaterzuiveringsinstallaties.
Terwijl de huidige kwaliteitsnormen voor OMP's in drinkwater alleen betrekking hebben op residuen van bestrijdingsmiddelen, monitoren drinkwaterbedrijven ondertussen ook andere OMP-groepen in hun influent en in het bereide drinkwater.
End of pipe solutions
Veranderingen in regelgeving en consumentengedrag zijn waarschijnlijk onvoldoende om de complexe OMP-lozingsroutes volledig te beheersen. Zogenaamde ‘End of Pipe Solutions’ voor OMP's uit afvalwater en de behandeling van ruw inlaatwater voor drinkwater vereisen een geavanceerde waterbehandeling.
De actuele gecommercialiseerde waterbehandelingstechnologie voor OMP’s zijn fysico-chemische processen zoals membraanfiltratie (inclusief nanofiltratie en omgekeerde osmose), adsorptie met actieve kool en geavanceerde oxidatieprocessen. Ze vertonen bevredigende verwijderingsrendementen maar zijn energie-intensief, gebruiken grote hoeveelheden chemicaliën of leiden tot de productie van giftig afval.
SMARTDETOX
Het SMARTDETOX-project beoogt daarom de ontwikkeling van nieuwe technologie, een beoordeling van de haalbaarheid en of optimalisatie van technologische ontwikkelingen en wil daarbij tevens de onderliggende processen beter begrijpen.
De belangrijkste uitdagingen bij de ontwikkeling van een effectieve behandelingstechnologie zijn de extreem lage concentraties waarin de OMP’s voorkomen en de daardoor beïnvloedde afbraaksnelheid, maar ook de aanwezigheid van OMP’s in complexe mengsels en tevens het risico op het ontstaan van toxische transformatieproducten.
State-of-the-art membraantechnologie
Om deze uitdagingen aan te gaan, is het hoofddoel van SMARTDETOX de ontwikkeling van een state-of-the-art membraantechnologie die is aangepast om vervolgens de OMP-vernietiging te verbeteren door biologische afbraak en of op plasma gebaseerde oxidatieve afbraak. Die laatste kan ingezet worden om afvalwater van gemeentelijke RWZI's te behandelen, terwijl het gebruik van biologische afbraak eerder gericht is op grondwaterbehandeling voor drinkwaterproductie.
Het SMARTDETOX-project van KU Leuven beoogt dit te ontwikkelen met bijdragen van volgende technologieën en onderzoeksgroepen:
1. Membraantechnologie voor de OMP-verrijking (Membrane Technology Group (cMACS) - prof. Ivo Vankelecom
2. Biodegradation (Afdeling Bodem- en Waterbeheer - prof. Dirk Springael
3. Plasma-oxidative degradatie (The Process and Environmental Technology Lab (PETLAB)– prof. Raf Dewil
4. Chemische en toxicologische analyse van OMP’s en Toxische Product mixtures – Pharm AI – prof. Deirdre Cabooter en the Laboratory for Molecular Bio-Discovery – prof. Peter de Witte
Voor meer gedetailleerde informatie, lees hier de Executive Summary van SMARTDETOX
• Duur: 4 jaar.
• 1 à 2 vergaderingen per jaar.
• Taken van adviescomité:
· Pre-projectfase: behoeften verduidelijken, expertise inbrengen, bespreken hoe resultaten kunnen leiden tot effectieve toepassingen.
Tijdens het project:
· Bijdrage expertise
· Klankbord voor onderzoekers vanuit een economisch / maatschappelijk perspectief
· Project bewaken om toepasselijke eindresultaten te maximaliseren.
Inhoud ondersteuningsbrief:
· in het Engels
· Toegevoegde waarde moet worden gespecificeerd
· Welke verdere implementatie of ontwikkeling is haalbaar voor het bedrijf?
· Betoon engagement voor een financiële bijdrage (financieel of in natura)
· Getekend door wettelijke vertegenwoordiger.
Financiële bijdrage: 250 euro per jaar (kleine bedrijven), 1000 euro per jaar (grote bedrijven). Er is geen harde eis voor een financiële bijdrage van wetenschappelijke instellingen, overheden en maatschappelijke actoren binnen een dergelijk adviescomité. Een financiële bijdrage wordt echter ten zeerste aanbevolen, gezien het een teken van inzet en ondersteuning is van de organisatie.
De resultaten zijn de intellectuele eigendom van de onderzoeksinstituten. Bedrijven kunnen onderhandelen over 'eerste rechten'. Verdere details moeten apart worden overeengekomen.
Voor meer informatie, contacteer Bart Van Duffel
Schrijf in op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen!